Na de verdrijving van de jihadistische terreurmilitie ISIS uit de Syrische stad Al Qaryatayn, bleef een monnik van een plaatselijke katholieke religieuze orde nogal sceptisch over de vlugge terugkeer van christenen naar de stad. “De inwoners die gevlucht zijn, zowel christenen als moslims, zijn bang. Ze hebben schrik dat ISIS zou terugkeren”, zei pater Jihad Yousef van de Syrisch-katholieke religieuze orde Mar Musa afgelopen woensdag in een gesprek met de internationale pastorale hulporganisatie Kerk in Nood. “De terugkeer van de mensen zal ook afhangen van hoe lang de stad nog een militaire zone zal zijn. Bovendien is een groot deel van de infrastructuur zoals de water- en elektriciteitsvoorziening vernietigd. Daarnaast wonen vele inwoners niet langer in Syrië omdat ze naar andere landen zijn gevlucht.”
Het Syrische leger slaagde erin de stad eerder deze week te heroveren op de terreurorganisatie nadat ze begin augustus door haar was bezet. Vele inwoners van de stad zijn toen gevlucht. Net zoals pater Jacques Mourad, een monnik, en een andere gezel, die al in de maand mei ontvoerd werden en in oktober weer vrijgelaten werden, is ook een groot aantal christenen van Al Qaryatayn door ISIS gegijzeld. Delen van het plaatselijke Mar Elian-klooster van de gemeenschap van Mar Musa werden kort na de inname van de stad vernietigd. Foto’s die door ISIS werden vrijgegeven, toonden bulldozers die het complex met de grond gelijkmaakten, gedeelten ervan dateerden uit de 5de eeuw.
“Het archeologische gedeelte van het klooster werd volledig van de kaart geveegd, maar het huizenblok werd niet in zijn geheel vernietigd, vertelde pater Jihad aan Kerk in Nood. “de muren van de kerk zijn nog intact, al is het dak weg. Het altaar werd jammer genoeg vernietigd. Ze sloegen ook de sarcofaag van de heilige Elian aan diggelen. “Toch is het een goddelijk teken en een grote troost voor de gemeenschap, zei pater Jihad, dat de overblijfselen van de heilige niet vernietigd of gestolen zijn, maar alleen verspreid werden over de site. “Sint-Elian werd zeer vereerd door de christenen. Ook moslims gingen op bedevaart naar zijn graf. We willen de heilige relieken nu weer samenbrengen en ze opnieuw een waardige plek geven.” Pater Jihad heeft er het volste vertrouwen in dat de kapotgeslagen marmeren graftombe van de heilige kan hersteld worden. “Tot het klooster kan hersteld worden zullen de overblijfselen naar een andere plaats worden overgebracht”, zei pater Jihad.
Hart belangrijker dan stenen
Maar voor deze monnik is de spirituele vernieuwing nog veel belangrijker. “Natuurlijk zijn we zeer aan ons klooster gehecht. We hadden heel geïnvesteerd om er plaats van gebed en dialoog van te maken. Hierin heeftKerk in Nood door haar steun een vitale rol gespeeld. Maar we zijn niet gehecht aan stenen. Ons Jeruzalem bevindt zich in de hemel. Veel belangrijker dan de restauratie van een hoop stenen en de renovatie van het klooster, is de verzoening in de harten”, zei pater Jihad, wiens gemeenschap van de dialoog tussen christenen en moslims een speerpunt had gemaakt.
“Enkele jaren geleden waren we de weldoeners van Kerk in Nood en de mensen die voor ons hebben gebeden heel dankbaar voor de steun bij de opbouw van het klooster. Jammer genoeg is het nu zwaar beschadigd”, beklemtoonde pater Jihad. “Daarom vragen we aan de biddende gemeenschap om Syrië in hun gebed mee op te nemen. We bidden dat de haat uit het hart van allen zou verdwijnen.”