Al Azhar verdedigt democratie en godsdienstvrijheid

dinsdag, 14 juli 2015
Nieuws
Voor de wereld, geboren uit de Arabische lente, biedt de soennitische universiteit Al Azhar, een gids voor de wereld van de islam, enkele richtlijnen voor mensenrechten, vrijheid van godsdienst, vrijheid van...

Voor de wereld, geboren uit de Arabische lente, biedt de soennitische universiteit Al Azhar, een gids voor de wereld van de islam, enkele richtlijnen voor mensenrechten, vrijheid van godsdienst, vrijheid van wetenschappelijk en artistiek onderzoek. Ook de christelijke kerken van Egypte hebben deze poging om de moslim visie op deze onderwerpen te vernieuwen gesteund. De islamitische universiteit Al Azhar heeft recentelijk een document gepubliceerd over de fundamentele vrijheden om zo richting te geven aan de nieuwe Egyptische maatschappij, gebaseerd op de Arabisc.

Hierin verdedigt de universiteit de vrijheid van godsdienst, van wetenschappelijk onderzoek en artistieke creativiteit. Dit is het tweede document dat al Azhar de natie aanbiedt. Het eerste werd gepresenteerd op 11 juni 2011 en had als titel: " Aanbevelingen voor de toekomst van Egypte".

Dit alles is het werk van de nieuwe rector Al-Tayyeb, die zoals bekend in Parijs heeft gestudeerd en aan de Sorbonne. Hij probeert Al Azhar een klein beetje onafhankelijkheid te geven. Sinds het aantreden van Nasser, al bijna 60 jaar geleden, heeft de universiteit permanent onder controle gestaan van de Egyptische regering. Zo kon ze zich financiële steun verzekeren maar verloor ze tegelijkertijd haar belangrijke functie als woordvoerder van de islam in Egypte. Nu wil ze weer terug naar de rol van woordvoerder van de islam – een gematigde islam – voor heel de wereld van de islam zoals ze dat was in het begin van de twintigste eeuw.

Met dit doel voor ogen heeft de president enkele medewerkers gekozen onder leiding van Mahmoud Azab, een bekende persoonlijkheid en voormalig professor Arabisch en Islamitische studies aan het Instituut van Oosterse Talen in Parijs. Een jaar geleden in Egypte aangekomen, is deze nu hoofd van de culturele en religieuze dialoog [1].

Deze professor is een vriend van mij, hij was zelfs een van mijn studenten toen ik Arabische christelijke filosofie onderwees aan de Universiteit van Cairo. Na de Arabische lente in Egypte zocht hij altijd manieren om een dialoog te voeren met de islamisten en de leken om een brug te slaan tussen de religieuze leiders van al Azhar en de seculiere intellectuelen en anderen.

Op 11 juni presenteerden zij het eerste document " Aanbevelingen voor de toekomst van Egypte" , samengevat in 11 punten.

Voor de toekomst van Egypte

1 `Er is één nationale democratische staat, gebaseerd op een grondwet met gelijkheid voor alle burgers. De Sjariea is één van de bronnen van wetgeving.´ Hierbij valt op dat de officiële vertaling van het document door de regering niet spreekt van één van de bronnen maar van ´de bron´ voor wetgeving. Zo bezien lijken de regering en de militaire macht islamistischer dan Al Azhar.

2 Er is stemrecht voor iedereen en vrijheid van informatie.

3 Er is fundamentele vrijheid van mening, mensenrechten voor mannen, vrouwen en kinderen. Er is diversiteit. Burgerschap is het enige criterium voor verantwoordelijkheid in de maatschappij.[2].

4 Er heerst een geest van dialoog en wederzijds respect in de relaties tussen de verschillende componenten van de natie.

5 Internationale overeenkomsten (bedoeld: de overeenkomst met Israël en andere landen) moeten gerespecteerd worden.

6 De Egyptische natie dient gerespecteerd te worden (tegen misbruik door politie en leger)

7 Onderwijs en wetenschappelijk onderzoek moeten vorderingen maken

8 De eerste prioriteiten zijn ontwikkeling en sociale gerechtigheid, tegen corruptie en werkeloosheid.

9 Er bestaan solide banden tussen Egypte en de Arabische landen

10 Het instituut Al Azhar moet onafhankelijk zijn (tegen islamisten en salafisten die het beschuldigen van medeplichtigheid met de nationale machthebbers.)

11 Al Azhar is de enige bevoegde instantie als het gaat over Islamitische zaken. Hiermee wil men niet alleen onafhankelijk zijn van de regering, maar ook als enige spreken namens de islam (tegen islamisten en salafisten). Want nu claimt elke groep in de wereld van de islam de stem van de islam te vertegenwoordigen, waardoor er verwarring en conflicten ontstaan in de geloofsgemeenschap (de oemma).

De regering heeft dit document verwelkomd. Ook de liberale partijen en de islamisten gaven een positief antwoord. Het is een poging een gemeenschappelijk project op te zetten om het nieuwe Egypte op te bouwen. Een aantal intellectuelen was uitgenodigd om het document te schrijven. Coptische orthodoxen, katholieken, anglicanen en lutheranen waren ook aanwezig.

Het zal enige tijd duren om de impact in te schatten van dit document want tot mijn verbazing heeft het tot nu toe nog geen belangrijke rol gespeeld.

Document over de fundamentele vrijheden

Deze tekst, rond half januari 2012 gepubliceerd, is nauwelijks bekend in Egypte. Mijn vrienden in Caïro wisten er weinig van. Een politiek geëngageerde professor van de universiteit had de tekst niet eens. Vooral westerse journalisten hebben het document gepubliceerd.

Deze tekst, officieel gepubliceerd op 8 januari, maar pas enkele dagen later vrij gegeven, was door Al Azhar opgesteld maar kreeg ook de goedkeuring zowel van de christelijke kerken als van verschillende islamitische groeperingen. Alleen de zogenaamde "christenen van Maspero" keurden hem niet goed. Ze vinden dit wel een goed document maar zagen liever dat dit perspectief voortkwam uit de hele natie en niet alleen van Al Azhar.

Hoe dan ook, het document is zeer waardevol vanwege de autoriteit die al Azhar heeft binnen de islam. Het is een instituut in Egypte dat voor 90% soennitisch is. Als Al Azhar spreekt, luistert iedereen.

In het verleden trok men bij het horen van de naam van al Azhar de wenkbrauwen op. Dit document echter staat open voor de krachten van de moderniteit, ofschoon het zijn islamitische basis niet ontkent. Ik denk dan ook dat het in het land kan rekenen op een algemene instemming.

Christenen van hun kant hebben begrepen dat dit document het best mogelijke is in de huidige situatie. Daarom hebben ze het goedgekeurd.

De lange tekst van dit document bestaat uit 4 onderwerpen:

1 vrijheid van geloof

2 vrijheid van mening en meningsuiting

3 vrijheid van wetenschappelijk onderzoek

4 vrijheid van artistieke en litteraire creatie

Islam op de bres voor wetenschappelijk en artistiek onderzoek

Onderwerp 3 en 4 zijn gericht op intellectuelen. Vooral onder 3 wordt herinnerd dat de islam ooit het voortouw heeft genomen in wetenschappelijk onderzoek maar dat vandaag de dag alleen het Westen, Japan, Korea, China en India creatief zijn op dit gebied. Daarom wordt het tijd de islamitische wereld wakker te schudden om bij te dragen aan het wetenschappelijk onderzoek.

Onderwerp 4 dringt aan op grotere artistieke creativiteit in de Arabische wereld in het gebruik van de taal. Het legt de nadruk op het belang van vrijheid van expressie voor elke artiest en intellectueel. De enige grens die wordt getrokken "en hier en daar genoemd wordt- is "dat men de religieuze gevoeligheid van de mensen niet beledigt". Hieronder wordt verstaan de religieuze gevoeligheden van de drie geopenbaarde godsdiensten: islam, christendom en jodendom.

Bij deze punten kan men kritiek zien op het Westen (de affaire van de Deense spotprenten tegen Mohammed is nog niet vergeten [3]). Kritiek op religie behoort niet tot de vrijheid van de kunstenaars. Hierin verschilt de islamitische opvatting van de vrijheid van het Westen. Maar men zou moeten waarderen dat men in een islamitisch land benadrukt dat ook de twee andere "geopenbaarde" of "hemelse" godsdiensten d.w.z. christendom en jodendom niet mogen worden beledigd.

Blijft natuurlijk het probleem van het verbeelden van de profeet Mohammed. Volgens de puristen onder de islamisten zou de islam de profeet of mensen in het algemeen niet moeten afbeelden in tegenstelling tot planten en dieren. Daartegenover staat dat veel intellectuele moslims in herinnering brengen dat Perzische, Turkse en Indische tradities (de periode van de Moghuls) wel degelijk mensen afbeelden evenals Mohammed.

Inleiding: overeenkomst tussen sharia en mensenrechten

Het belangrijkste deel van het nieuwe document is te vinden in de inleiding en de eerste twee onderwerpen.

In de inleiding wordt gesteld dat het noodzakelijk is om "een relatie te leggen tussen de globale beginselen van de islamitische wet (sharia) en de fundamentele vrijheden". Waar men naar zoekt is dus een overeenstemming van de sjariea met de fundamentele mensenrechten, "overeengekomen door alle internationale akkoorden die de beschavingservaring (civilising experince) van het Egyptische volk vertegenwoordigen". In de praktijk betekent dit dat Al Azhar de waarde erkent van de verklaring door de V.N. van de mensenrechten. En volgens het document zijn deze rechten vrijheid van godsdienst, van meningsuiting, van wetenschappelijk onderzoek en artistieke vrijheid.

Let wel, het document spreekt altijd van "de beginselen van de sharia" of de "doelstellingen (maqë¢sid) van de sharia". De islamitische juristen uit de Middeleeuwen maakten een onderscheid tussen de "doelstellingen" en de "besluiten" van de sjariea. Dit staat toe dat de intentie behouden blijft terwijl men de implementatie relativeert en altijd nieuwe en beter aangepaste resultaten vindt en toch het doel van de wet in stand houdt. Dit onderscheid is zeer belangrijk omdat het de letterlijke toepassing van het interpretatiebeginsel vasthoudt en open laat.

Al Azhar zei tevens dat er geen conflict bestaat tussen democratie en sharia. Ook dit is een erg gevoelig punt. Het document stelt dat het inderdaad nodig is voor een democratische ontwikkeling van de maatschappij om de natie in vrede en harmonie met God te laten leven.

De inleiding eindigt met een aanval op islamistische tendensen. Zonder enige groep te benoemen heeft de tekst die mensen op het oog die onder het voorwendsel van orde te stichten het adagium gebruiken van (de opdracht) " om het goede te doen en het kwade te verbieden"[4] en die algemene en bijzondere vrijheden beperken. Dit "komt niet overeen met de beschaving en ontwikkeling van het moderne Egypte". Deze verantwoording is belangrijk omdat ze beschaving en moderniteit als tegengesteld ziet aan de mening van de islamisten en gewag maakt van maatschappijverandering.

Het gaat erom de islamistische tendenzen, de salafisten te bekritiseren, die claimen dat ze de Koran en de islamitische wet toepassen, terwijl ze exact dezelfde termen gebruiken "het goede bevelen en het slechte verbieden". Maar door dit te doen, zegt Al Azhar, beperken ze de vrijheid van mensen en dit gaat in tegen het heersende moderne denken in Egypte. De correcte interpretatie geven diegenen die de gulden middenweg volgen.

1 Vrijheid van godsdienst (zonder bekering)

Hier wordt gezegd dat "vrijheid van godsdienst de hoeksteen is van de opbouw van een moderne maatschappij en gegrondvest is op de notie van perfect burgerschap, gebaseerd op absolute gelijkheid van allen met plichten en rechten. Dit wordt bevestigd door zowel duidelijke religieuze teksten als door de beginselen van grondwet en wet."

Om deze overeenkomst tussen de Koran en mensenrechten in zake godsdienstvrijheid te claimen, citeert men twee bekende koranverzen: €œEr is geen dwang in de godsdienst. De waarheid is duidelijk verschillend van de dwaling€ (vertaling P.R.) K.: 2: 256.

En verder: €œZeg, de waarheid komt van jouw Heer. Wie wil laat hem geloven en wie niet wil, laat hem ongelovig zijn.€ K. 18: 29 [5]. Ze claimen dus dat "elke manifestatie van intolerantie in godsdienst, of vervolging of onderscheid tussen mensen in naam van de godsdienst een misdaad is.€

€œAlle mensen in de maatschappij hebben het recht op vrije mening, hetgeen niet het recht aantast van de maatschappij om de hemelse godsdiensten[6] veilig te stellen want deze hemelse godsdiensten zijn heilig van aard.€

Dit gedeelte is typisch islamitisch maar is acceptabel voor christenen. In feite verwoordt het de gedachte, die wijd verbreid is in Egypte, dat men niet moet komen aan religieuze zaken. Uit ervaring weet eenieder dat als men raakt aan religieuze zaken, dit een risico veroorzaakt van dood en conflict.

Naast andere onderwerpen vermeldt het document dat alle hemelse godsdiensten ontstaan zijn in de Arabische wereld, waarmee men natuurlijk Palestina en Arabië bedoelt.

Kritiek

De tekst is interessant maar ontwijkt een fundamenteel probleem: de bekering van de ene godsdienst tot de andere. Abstract wordt beweerd dat als het over godsdienst gaat, ieder zijn eigen mening mag volgen. Maar er wordt een grens aangegeven door het princiep: "religieuze gevoeligheden moeten niet worden beledigd€. Daardoor is niet duidelijk hoe ver men kan gaan.

De betekenis is : €œmen moet geen gezamenlijke gevoelens uitdagen€. Dus zolang men zich bekeert in de privé sfeer, is dat OK, maar als er proselitisme in het geding is (iemand proberen te bekeren tot zijn eigen geloof), als men zijn keuze publiek maakt, is dit niet meer acceptabel en kan men de dood riskeren.

Vaak heb ik met mijn moslim vrienden gediscussieerd over het feit dat dit beginsel slechts voor een deel wordt toegepast. Wat gebeurt is dat als een bekende christen tot de islam bekeert, dit bekend wordt gemaakt in kranten, boeken en op t.v. en dit is proselitisme. Dit wordt dan gerechtvaardigd met het argument dat "de islam de enige ware godsdienst is". Het zou goed zijn als er een meer diepgaande discussie zou ontstaan over dit item want er is duidelijjkheid nodig over het onderwerp "bekering".

Anderzijds benadrukt het document dat het moslim of christen zijn geen invloed mag hebben op de keuze van een beroep, carrië¨re, bij huur en verhuur, hetgeen helaas voortdurend plaatsvindt.

De tekst zegt dat men diegenen moet verwerpen "die banvloeken (takfë®r) uitspreken, d.w.z. de ander als een kë¢fir, ongelovige, slecht, te beschouwen en te benoemen. Hier wordt opnieuw verwezen naar de salafisten, die nogal snel personen en groepen zo noemen. Dit gebeurt vaak tussen soennieten en sji"ieten, tussen minderheids- en meerderheidsgroepen.

Gezaghebbende instanties hebben enige tijd lang geëist dat men stopt met het verketteren van de andere binnen de islam maar dit heeft geen effect gehad.

Om deze stellingname te rechtvaardigen verwijst Al Azhar naar Imaam Ans Ibn Malik (711-795), de stichter van de soennitische wetsschool (Malekieten) die vooral in Noord Afrika geldt. Want Egypte volgt de school van Imam Shafi"i (767-820). Het citaat luidt: €œ Als iemand zegt date en mening als goddeloos kan worden bestempeld vanuit honderd gezichtspunten, maar vanuit minstens één gezichtspunt kan worden beschouwd als een gelovige opinie, dan moet men het accepteren als een geloofsmening en mag men het niet interpreteren als goddeloos.€ Dit lijkt op het beginsel dat Ignatius van Loyola (stichter van de jezuïeten, P.R.) noemt aan het begin van zijn Geestelijke Oefeningen (nr. 22). Hij vraagt hier gelovigen om de woorden van anderen steeds op een positieve manier uit te leggen: €œHet is noodzakelijk te veronderstellen dat een goede christen beried moet zijn de bewering van een ander eerder te verdedigen dan te veroordelen.€

Dirt is de basis van wederzijds respect. Een ander citaat van Imam Malik zegt: €œAls er geen conflict is tussen de rede en de traditie, moet men de voorkeur geven aan de rede boven de traditie en de traditie interpreteren volgens de rede€. Dit belangrijk beginsel vinden we terug bij Averroes. Jammer genoeg, wordt het in de huidige wereld van de islam niet vaak in de praktijk gebracht.

2 Vrijheid van meningsuiting

Al Azhar zegt met nadruk dat dit de moeder van alle vrijheden is en tot uiting komt door "de vrije meningsuiting via alle mogelijke middelen zoals via het geschreven woord, kunst, internet€¦€ Hierdoor ontstaat vrijheid voor de maatschappij: partijen, het maatschappelijke middenveld, t.v. Het houdt ook in dat men toegang krijgt tot informatiebronnen om zijn mening te kunnen vormen. Deze vrijheid moet door de grondwet gegarandeerd worden zodat dit een normaal recht wordt€.

In Egypte wordt volgens het document de vrijheid om kritiek te leveren, zelfs met sterke uitdrukkingen, gegarandeerd, mits de kritiek constructief is. Maar de grens is "de ander niet te beledigen".

En ook hier weer wordt het princiep gepresenteerd van respect voor de drie hemelse religies, hun riten en gebruiken. Als dit niet gebeurt, "dreigen we het sociale netwerk en de soliditeit van de natie te vernietigen." €œNiemand mag, zo wordt gezegd, sectarische spanningen veroorzaken in naam van de vrijheid van meningsuiting.€

Daarna wordt gezegd dat de vrijheid van meningsuiting "de plaats is waar de democratie wordt getest". De media wordt gevraagd om jonge mensen op te leiden tot een dimensie "met tolerantie en brede horizonten". De dialoog moet het altijd winnen van intolerantie.

Conclusie

Om dit document goed te begrijpen moet men opmerken dat in de Egyptische context en de globale islamitische context religieus fanatisme en intolerantie de boventoon voeren.

Vorige week blokkeerden salafisten de Manouba universiteit in de hoofdstad Tunis omdat ze wilden dat vrouwelijke studenten de nikaab zouden dragen (In Tunesië is zelfs de gewone sluier verboden).

In deze context is een document als dat van de Al Azhar een grote stap voorwaarts, vooral omdat het komt van het hoogste islamitische gezag in Egypte, dat gerespecteerd wordt door alle soennieten in de wereld. Als men in staat is deze criteria toe te passen, zal er een diepgaande verandering plaatsvinden. De regering in Caïro mag dan islamitisch zijn, maar zal tolerantie verzekeren evenals respect voor religies. Als dit document de nieuwe regering gaat inspireren, zal dit een nieuwe stap zijn niet alleen voor Egypte maar ook voor andere islamitische landen. Want we moeten niet vergeten dat het fundamentalisme in Egypte is ontstaan, gesteund werd door Saoedie Arabië in een recent verleden en vandaag de dag door Qatar.

Respect voor elkaar

Tegen deze achtergrond presenteert Al Azhar democratie als een uiting van en garantie voor vrijheid, en benadrukt dat de grens ligt bij het respect voor anderen. Zelfs het Westen moet dit herontdekken. Soms zijn de westerse democratieën, in het bijzonder na 1968, het domein geworden waar het denken van de ander wordt aangeklaagd en vernietigd, zonder enige vorm van respect. Om deze reden is de dialoog gewelddadig geworden.

Ik herinner me deel te hebben genomen aan een protestbijeenkomst in Parijs, waar werd verkondigd dat "het verboden is om te verbieden" en waar absolute vrijheid werd opgeëist tegenover iedereen en alles. Dit is het einde van respect voor religies, tradities, de ouderen, de voorvaderen, kortom alles waarop complete maatschappijen en volkeren in Azië, Afrika en zelfs in het Westen zijn gebaseerd.

Deze ondertekende documenten van Al Azhar zijn dus een stap voorwaarts, zelfs als juist de persoon verantwoordelijk voor deze prachtteksten, Mahmoud Azab, de man is die voorstelde om de relaties tussen al Azhar en het Vatikaan te stoppen begin 2011. [7] .

Eindnoten

[1] Alle islamitische instituten spreken nooit over "religieuze dialoog" maar over culturele en religieuze dialoog". Dit doet denken aan de visie van Benedictus XVI, die zei dat dialoog tussen de godsdiensten eerst en vooral een culturele dialoog is en nooit alleen maar een "religieuze dialoog". De Paus had het Secretariaat voor de Interrelgieuze Dialoog doen samengaan met het Secretariaat voor de cultuur.

2] Deze eerste drie punten worden uitgewerkt in het tweede document.

[3] Cfr. AsiaNews.it, 02/02/2006 Threats and dismissals for the Muhammad cartoons, and 02/03/2006 The Mohammed cartoon strips: Islam shows its darkest face.

[4] De uitdrukking in de Koran is: 3: 104, 3:110, 7: 199, 9:71, etc.. Veel woorden uit de hadieths die aan Mohammed worden toegeschreven, geven hetzelfde weer.

[5] Mag ik er hier op wijzen dat de rest van het vers bijna nooit wordt geciteerd: €œWij hebben voor de slechteriken een vuur klaargemaakt waarvan de vlammen hen van alle kanten omringen en als zij om hulp vragen helpt men hen met water als gesmolten brons dat de gezichten roostert. Wat een vreselijke drank en welke vreselijke plaats.€

[6] Een typische islamitische uitdrukking om de drie godsdiensten van jodendom, christendom en islam te benoemen. De islam wordt altijd geclaimd als de enige ware godsdienst die alle overige versies annuleert.

[7] Cf. AsiaNews.it, Op 20 januari 2011 schort de islamitische universiteit van al Azhar de dialoog op met het Vatikaan en op 21 januari 2011 Al Azhar tegen het Vatikaan: kleinzieligheid en politiek.

Bron: Samir Khalil Samir, www.asianews.it

Vertaling: Piet Reesink, Begrip Moslims Christenen