Alweer een gerichte aanval op de christelijke minderheid in Irak.
Ditmaal betrof het een autobom die als doelwit een twee bussen met christelijke studenten in de omgeving van Mosul koos. Volgens de Irakese politie vond de aanslag plaats in het noorden, waar de door jaren van religieuze vervolging gedecimeerde gemeenschap nu massaal woont. De aanvallers gebruikten een autobom en geïmproviseerde explosieven, die ontploften door het voorbijrijden van de bussen die studenten uit de stad Hamdaniya, 40 km ten oosten van Mosul, vervoerden. De tol van de aanslag is 100 gewonden en een dode, een christen, die in de buurt van de explosie een winkel had. De uitsluitend christelijke studenten zeiden: "wij kwamen met de bus vanaf de universiteit van Mosul".
De universiteit wordt al meer dan vijf jaar in de gaten gehouden door extremistische islamitische groepen die ernaar streven de jonge studenten te bekeren. Vaak circuleren er folders circuleren in de universiteit die aankondigen "elke Irakese vrouw te doden die geen sluier draagt" en iedereen die "westerse" kleding draagt. Mosul zelf is al lang de meest gevaarlijke plaats voor de christelijke minderheid in Irak. De uittocht van christenen neemt dagelijks toe en velen beweren dat de stad snel volledig islamitisch kan worden, als de autoriteiten geen ingrijpende maatregelen nemen om het geweld te beteugelen en de verantwoordelijken te bestraffen. De politieke en sektarische spanning stijgt en de parlementaire verkiezingen van 7 maart, hebben nog geen echte winnaar opgeleverd. Het land is in de greep van een machtsvacuüm, terwijl de verschillende facties vechten voor een plaats in de nieuwe regering. Bovendien is er de invloed van rivaliserende buitenlandse machten als Iran en Saoedi-Arabië. (AsiaNews)
